I sentences in Dutch and English


‘I’ sentences in Dutch with English pronunciation. Here you learn English to Dutch translation of I sentences and play I sentences quiz in Dutch language also play A-Z dictionary quiz. Here you can easily learn daily use common Dutch sentences with the help of pronunciation in English. It helps beginners to learn Dutch language in an easy way. To learn Dutch language, common vocabulary and grammar are the important sections. Common Vocabulary contains common words that we can used in daily life.


I sentences in Dutch

I sentences in Dutch and English


The list of 'I' sentences in Dutch language and their pronunciation in English. Here you learn the list of English sentence to Dutch translations.

I accepted her invitation ik accepteerde haar uitnodiging
I agree ik ga akkoord
I agree with you ik ben het met je eens
I admire his talent ik bewonder zijn talent
I agree with your opinion ik ben het eens met je mening
I am a student ik ben een student
I am going to study ik ga studeren
I am interested in swimming ik ben geïnteresseerd in zwemmen
I am just going for a walk ik ga gewoon wandelen
I am feeling tired today ik voel me moe vandaag
I am glad to be with you ik ben blij om bij je te zijn
I am not a teacher ik ben geen leraar
I am sorry het spijt me
I am talking with my mother ik praat met mijn moeder
I am thinking about my children ik denk aan mijn kinderen
I accepted her invitation ik accepteerde haar uitnodiging
I agree ik ga akkoord
I agree with you ik ben het met je eens
I admire his talent ik bewonder zijn talent
I agree with your opinion ik ben het eens met je mening
I am a student ik ben een student
I am going to study ik ga studeren
I am interested in swimming ik ben geïnteresseerd in zwemmen
I am just going for a walk ik ga gewoon wandelen
I am feeling tired today ik voel me moe vandaag
I am glad to be with you ik ben blij om bij je te zijn
I am not a teacher ik ben geen leraar
I am sorry het spijt me
I am talking with my mother ik praat met mijn moeder
I am thinking about my children ik denk aan mijn kinderen
I am very pleased to meet you aangenaam kennismaken
I apologize if I hurt your feelings mijn excuses als ik je gevoelens heb gekwetst
I arrived there too early ik kwam daar te vroeg aan
I believe you Ik geloof je
I bought it last week ik heb hem vorige week gekocht
I can do this job ik kan dit werk doen
I can run faster ik kan sneller rennen
I can sing well ik kan goed zingen
I can speak English ik spreek Engels
I can swim ik kan zwemmen
I can’t believe it ik kan het niet geloven
I can't come ik kan niet komen
I can't follow you ik kan je niet volgen
I can't agree with you ik kan het niet met je eens zijn
I can't remember his name ik kan zijn naam niet herinneren
I can't hear you ik kan je niet horen
I can't see anything ik kan niets zien
I didn't like it ik vond het niet leuk
I disagree with you Ik ben het niet met je eens
I do not understand ik begrijp het niet
I don’t know ik weet het niet
I don't have any money ik heb geen geld
I don't like the color ik vind de kleur niet mooi
I had a good idea ik had een goed idee
I like it very much ik vind het heel erg leuk
I need more time ik heb meer tijd nodig
I want to sleep ik wil slapen
I wish you good luck ik wens je veel succes






‘I’ sentences in other languages (40+)


Top 1000 Dutch words


Here you learn top 1000 Dutch words, that is separated into sections to learn easily (Simple words, Easy words, Medium words, Hard Words, Advanced Words). These words are very important in daily life conversations, basic level words are very helpful for beginners. All words have Dutch meanings with transliteration.


Eat eten
All alle
New nieuwe
Snore snurken
Fast snel
Help helpen
Pain pijn
Rain regenen
Pride trots
Sense gevoel
Large groot
Skill vaardigheid
Panic paniek
Thank dank
Desire verlangen
Woman vrouw
Hungry hongerig
Dutch Vocabulary
Dutch Dictionary

Fruits Quiz

Animals Quiz

Household Quiz

Stationary Quiz

School Quiz

Occupation Quiz