It sentences in Dutch and English


‘It’ sentences in Dutch with English pronunciation. Here you learn English to Dutch translation of It sentences and play It sentences quiz in Dutch language also play A-Z dictionary quiz. Here you can easily learn daily use common Dutch sentences with the help of pronunciation in English. It helps beginners to learn Dutch language in an easy way. To learn Dutch language, common vocabulary and grammar are the important sections. Common Vocabulary contains common words that we can used in daily life.


It sentences in Dutch

It sentences in Dutch and English


The list of 'It' sentences in Dutch language and their pronunciation in English. Here you learn the list of English sentence to Dutch translations.

It depends on the context het hangt af van de context
It doesn’t matter het maakt niet uit
It doesn't hurt het doet geen pijn
It doesn't matter to me het maakt mij niet uit
It doesn't surprise me het verbaast me niet
It frosted last night het heeft gevroren vannacht
It happens het gebeurt
It hurts here Hier doet het pijn
It is a long story het is een lang verhaal
It is a nice view from here het is een mooi uitzicht vanaf hier
It is clear that he is guilty het is duidelijk dat hij schuldig is
It is going to snow het gaat sneeuwen
It is likely to be fine tomorrow morgen komt het waarschijnlijk goed
It is new het is nieuw
It is not as good as it looks het is niet zo goed als het lijkt
It depends on the context het hangt af van de context
It doesn’t matter het maakt niet uit
It doesn't hurt het doet geen pijn
It doesn't matter to me het maakt mij niet uit
It doesn't surprise me het verbaast me niet
It frosted last night het heeft gevroren vannacht
It happens het gebeurt
It hurts here Hier doet het pijn
It is a long story het is een lang verhaal
It is a nice view from here het is een mooi uitzicht vanaf hier
It is clear that he is guilty het is duidelijk dat hij schuldig is
It is going to snow het gaat sneeuwen
It is likely to be fine tomorrow morgen komt het waarschijnlijk goed
It is new het is nieuw
It is not as good as it looks het is niet zo goed als het lijkt
It is raining het regent
It is too good het is te goed
It is very cold today het is erg koud vandaag
It looks like an bird het lijkt op een vogel
It may rain tomorrow het zou morgen kunnen regenen
It really takes time het kost echt tijd
It seems warm outside het lijkt warm buiten
It was a beautiful sunny day het was een mooie zonnige dag
It was a terrible day het was een vreselijke dag
It was a very big room het was een hele grote kamer
It was cold het was koud
It was getting dark het werd donker
It was nice meeting you het was leuk je te ontmoeten
It was nice to talk with you het was leuk met jou te praten
It was nice het was leuk
It was really cheap het was echt goedkoop
It was really interesting het was echt interessant
It was so noisy het was zo lawaaierig
It was very difficult het was erg moeilijk
It was very kind of you het was erg aardig van je
It wasn't expensive het was niet duur
It wasn't necessary het was niet nodig
It will snow tomorrow het gaat morgen sneeuwen
It won't hurt het zal geen pijn doen
It would be great if we could meet again het zou geweldig zijn als we elkaar weer zouden kunnen ontmoeten






‘It’ sentences in other languages (40+)


Top 1000 Dutch words


Here you learn top 1000 Dutch words, that is separated into sections to learn easily (Simple words, Easy words, Medium words, Hard Words, Advanced Words). These words are very important in daily life conversations, basic level words are very helpful for beginners. All words have Dutch meanings with transliteration.


Eat eten
All alle
New nieuwe
Snore snurken
Fast snel
Help helpen
Pain pijn
Rain regenen
Pride trots
Sense gevoel
Large groot
Skill vaardigheid
Panic paniek
Thank dank
Desire verlangen
Woman vrouw
Hungry hongerig
Dutch Vocabulary
Dutch Dictionary

Fruits Quiz

Animals Quiz

Household Quiz

Stationary Quiz

School Quiz

Occupation Quiz